Begroting 2021
portal

Financiën

Kaders en uitgangspunten

Inleiding

Uitgangspunt van het financiële beleid van onze gemeente is een structureel en reëel sluitende begroting. Dit betekent dat:
·   Structurele lasten worden gedekt door structurele baten;
·   De begroting duidelijk inzicht geeft welke baten en lasten incidenteel van aard zijn;
·   Budgetten in de begroting zijn gebaseerd op het bestaande beleid;
·   De meerjarenraming is gebaseerd op constante lonen en prijzen.

Onderdeel

Grondslag

Toelichting

Loonontwikkeling

2,50

Het percentage is gebaseerd een interne raming.

Prijsontwikkeling

1,70

Het percentage is gebaseerd op de Macro Economische  Verkenningen van het CPB (maand maart 2020).

Rente

0,60

Zie toelichting.

Huren en pachten

1,70

Het percentage is gebaseerd op de Macro Economische  Verkenningen van het CPB (maand maart 2020).

Subsidies

1,70

Het percentage is gebaseerd op de Macro Economische  Verkenningen van het CPB (maand maart 2020).

Belastingen

1,70

Het percentage is gebaseerd op de Macro Economische  Verkenningen van het CPB (maand maart 2020).

Leges en heffingen

1,70

Het percentage is gebaseerd op de Macro Economische  Verkenningen van het CPB (maand maart 2020).

Aantal inwoners

2021

2022

2023

2024

43.828

43.906

43.984

44.062

Aantal woningen

2021

2022

2023

2024

20.270

20.435

20.585

20.735

De prognoses zijn gebaseerd op interne opgaven.

Toelichting op de geactualiseerde kapitaallasten in de begroting 2021

De kapitaallasten (afschrijving en rente) zijn geactualiseerd waarbij de activa uit de jaarstukken 2019 en de geëxtrapoleerde gegevens uit de begroting 2020 als basis zijn genomen en rekening is gehouden met een fasering van de nieuwe investeringen.  Deze fasering van de geplande investeringen is van belang omdat tot afschrijving wordt overgegaan na het gereedkomen.
In deze meerjarenbegroting is conform de Nota activering- en afschrijvingsbeleid en de Kaderbrief 2021 rente berekend over de nieuwe investeringen van 0,6%. Voor 2021 betekent dit dat naast de rente die wordt toegerekend aan de grondexploitaties er een minimaal bedrag aan renteresultaat (verschil werkelijk betaalde rente en de doorberekende rente) blijft om te berekenen over de boekwaarden per 1 januari 2021 en toe te rekenen aan de betreffende taakvelden. (zie ook "rentetoerekening" in de paragraaf Financiering).
Door het gunstige verloop van de grondexploitaties, waardoor minder rente kan worden toegerekend over de boekwaarde, ontstaat vanaf 2021 een situatie dat genoemd renteresultaat wordt doorberekend aan de taakvelden. De volgende omslagpercentages voor genoemde resterende rente zijn doorberekend over de boekwaarden per 1 januari van het betreffende jaar:

Jaar

Omslagpercentage

2021

0,07

2022

0,00

2023

0,31

2024

0,16

De fluctuaties worden voornamelijk veroorzaakt door het afsluiten van bouwgrondexploitaties de komende jaren.

Deze pagina is gebouwd op 11/12/2020 10:23:42 met de export van 11/12/2020 10:05:37