Begroting 2021
portal

Bijlagen

Overzicht beleidsindicatoren

Naam

Jaar meting

Gelderland

Zevenaar

Werkelijk    2008

Werkelijk    2012

Werkelijk    2016

Begroting
2021

Begroting 2024

Programma 0. Bestuur en ondersteuning

Apparaatskosten (in € per inwoner)

640,00

640,00

De beleidsindicatoren van dit programma (apparaatskosten, bezetting, externe inhuur, formatie en overhead zijn niet opgenomen op waarstaatjegemeente.nl. Daarom zijn niet alle waardes gevuld.
De apparaatskosten zijn becijferd door een totaaltelling van salarissen, inhuur, P&O, Huisvesting, Intern Beheer en I&A.  Wordt uitgedrukt in € per inwoner.  

Bezetting (aantal Fte per 1.000 inwoners)

6,55

6,65

De huidige bezetting bedraagt 285 fte, op een totale formatie van 317 fte. De komende tijd neemt de bezetting met eigen medewerkers nog iets toe. We nemen meer afscheid van inhuur en externen, zodat de opgebouwde kennis in de organisatie wordt behouden

Externe inhuur (kosten in % totale loonsom en inhuur externen)

25,00

22,00

Het gaat hier om de inhuur als % van de loonsom; landelijk komt deze indicator in onze gemeentegrootteklasse uit op ± 20%. Onze doelstelling was aanvankelijk om onder het landelijk gemiddelde te blijven.
In de jaarrekening 2019 kwam de externe inhuur uit op 27,27%. De externe inhuur is als gevolg van inhuur op projecten en ziekteverzuim hoger dan het landelijk gemiddelde. Wij stellen de indicator nu bij naar een nieuw doel voor het jaar 2021 van 25%, waarbij het streven is de inhuur richting het landelijk gemiddelde te krijgen.

Formatie (aantal Fte per 1.000 inwoners)

7,37

7,37

De formatie zoals die is vastgesteld in 2020 voor het begrotingsjaar 2021 bedraagt 317 fte. Zie ook de paragraaf bedrijfsvoering.
Door uitvoering van de activiteiten zoals opgenomen in de kadernota / meerjarenbegroting 2020-2023 is ten opzichte van de vorige begroting een uitbreiding in formatie doorgevoerd van 3 fte.   

Overhead (in % van totale lasten)

9,87

9,73

Het totaal van de loonkosten, kosten van ICT, P&O, facilitaire zaken, huisvesting en overige overhead wordt uitgedrukt in een % van de totale lasten. De berekening van overhead sluit aan bij het taakveld 0.4 overhead.

Programma 1. Veiligheid

Diefstal uit woningen (aantal per 1.000 inwoners)

2018

2,00

1,30

2,30

2,90

2,10

2,00

2,00

De afgelopen jaren laat het aantal diefstallen een schommelend beeld zien. Mede op basis van de activiteiten in het kader van de uitvoering van de kadernota Integrale veiligheid denken wij dat het aantal de komende jaren licht gaat dalen en is de doelstelling dat deze onder het Gelders gemiddelde blijft.

Geweldsmisdrijven (aantal per 1.000 inwoners)

2018

4,10

2,90

Het is niet mogelijk om het cijfer voor geweldsmisdrijven zelf te berekenen uit de politiecijfers VNG. De 'codes' waar geweld bij genoemd worden zijn gefragmenteerd. Dit gaat van openlijke geweldpleging tegen personen, diefstal met geweld, winkeldiefstal met geweld, diefstal met geweld voertuig tot zakkenrollerij met geweld, allemaal geregistreerd op een aparte code.

Vernielingen en beschadigingen (in de openbare ruimte) (aantal per 1.000 inwoners)

2018

5,00

4,10

9,00

7,00

4,60

3,10

3,10

Het aantal vernielingen en beschadigingen neemt de laatste jaren af. In Gelderland is een duidelijke dalende trend te zien. Onze doelstelling is, mede op basis van de activiteiten in het kader van de uitvoering van het integraal veiligheidsplan het aantal vernielingen de komende jaren niet te laten stijgen.

Verwijzingen Halt  (aantal per 10.000 jongeren)

2019

102,00

81,00

49,00

75,00

75,00

De afgelopen jaren laat het aantal Halt-verwijzingen een schommelend beeld zien, tussen 72 (2015), 49 (2017) en 92 (2018). Dit komt ook doordat Halt beter aangesloten is bij de gemeente. De samenwerking is de afgelopen jaren verbeterd. Mogelijk dat het aantal doorverwijzingen daardoor ook is toegenomen ins de loop der jaren. In Gelderland ligt het aantal boven de 100. Onze doelstelling is om het aantal Halt-verwijzingen licht te laten dalen de aankomende jaren.

Winkeldiefstallen (aantal per 1.000 inwoners)

2018

1,70

0,60

0,70

1,00

1,30

1,00

1,00

Het aantal winkeldiefstallen per 1.000 inwoners toont een wisselend beeld, maar schommelt rond de 1. In onze regio scoren met name Duiven en Westervoort minder goed. In Gelderland ligt de score de afgelopen 10 jaar rond de 2,0. Onze gemeente zit hier dus
onder. Wij streven, mede op basis van de activiteiten in het kader van de uitvoering van de kadernota integrale veiligheid, er naar dat dit cijfer niet stijgt. Enig voorbehoud dient hier we te worden gemaakt. Zodra de Fashion Outlet Zevenaar is geopend zal dit cijfer
explosief stijgen is de verwachting van gemeenten en politie.

Programma 3. Economie

Functiemenging (%)

2019

53,60

47,60

48,90

49,80

48,90

47,00

Aangezien er de komende jaren veel woningen gebouwd worden in de gemeente Zevenaar, en de werkgelegenheid enigszins zal toenemen, verwachten we dat de FMI iets zal toenemen en daarna stabiliseren.

Vestigingen (van bedrijven) (aantal per 1.000 inwoners 15 t/m 64 jaar)

2019

144,50

129,70

89,50

104,60

121,80

137,00

147,95

We trekken de gemiddelde stijgende lijn van de afgelopen 11 jaar door.

Programma 4. Onderwijs

Absoluut verzuim (aantal per 1.000 leerlingen)

2018

2,50

0,90

0,81

Deze cijfers en toelichting zijn overgenomen uit de Jaarstukken 2019. Er zijn nog geen actuele cijfers bekend.

Van absoluut verzuim is sprake als leerplichtige jongeren tussen de 5 en 16 jaar of jongeren van 16 of 17 jaar, die vallen onder de kwalificatieplicht, niet zijn ingeschreven op school en ook niet zijn vrijgesteld van de inschrijvingsplicht. De periode aanduiding 2017, staat voor het schooljaar 2017-2018. Het aantal leerplichtigen met absoluut verzuim, op basis van de waarden www.waarstaatjegemeente.nl ligt in Zevenaar (0,9) lager dan het provinciale (1,9) en het landelijke niveau (0,9%).
Het RBL heeft goed zicht op de jongeren zonder schoolinschrijving. Het jaarverslag 2018-2019 van het  Regionaal Bureau Leerplichtzaken meldt dat het absolute verzuim 3 is. In schooljaar 2017-2018 waren er 6 absoluut verzuimers.
Het genereren van verzuimcijfers is altijd een momentopname. Voortijdig Schoolverlaten (VSV) is vrijwel nooit het gevolg van één enkele gebeurtenis of situatie. Het integrale beleid (samen met de samenwerkingspartners) streeft naar een haalbaar doel van de reductie van het percentage VSV: het landelijk gemiddelde.

Relatief verzuim (aantal per 1.000 leerlingen)

2018

22,00

23,00

22,92

20,00

Deze cijfers en toelichting zijn overgenomen uit de Jaarstukken 2019. Er zijn nog geen actuele cijfers over schooljaar 2018-2019 bekend.

We spreken van ongeoorloofd verzuim als leerplichtige leerlingen meer dan 16 uur gedurende 4 opeenvolgende lesweken verzuimen. Landelijk is in schooljaar 2017-2018, het relatief verzuim 23%. In Zevenaar is het relatief verzuim in schooljaar 2017-2018 met 8% gedaald naar 23%. (Provinciaal gemiddelde  in schooljaar 2017-2018 is 22%).
Doordat de verzuimmeldingen beter worden geregistreerd door de onderwijsorganisaties krijgen we een steeds beter beeld bij het relatief verzuim van leerlingen.

Voortijdige schoolverlaters zonder startkwalificatie (vsv-ers) (% deelnemers aan VO en MBO)

2018

1,80

1,50

3,50

3,00

1,50

Deze cijfers en toelichting zijn overgenomen uit de Jaarstukken 2019. Er zijn nog geen actuele cijfers over schooljaar 2018-2019 bekend.

De bovenstaande waarden hebben betrekking op (de voorlopige cijfers) het schooljaar 2017-2018 bron: www.waarstaatjegemeente.nl. Het  landelijke gemiddelde voor het aantal voortijdig schoolverlaters (vsv) per onderwijssoort is voor het schooljaar 2017-2018 door het ministerie definitief vastgesteld op 1,9%. De gemeente Zevenaar (1,64%) maakt deel uit van de RMC-regio Arnhem-Nijmegen. De RMC-regio laat in  schooljaar 2017-2018 nog een lichte stijging zien van het aantal VSV-ers.
Bron: RMC Factsheet Convenantjaar 2018-2019 Nieuwe voortijdige schoolverlaters (uitgave maart 2020)
Het voorlopige percentage  vsv’ers 2018-2019 ligt in de RMC-regio met 2,01% gelijk met het landelijk gemiddelde. Het zwaartepunt van de vsv-aantallen ligt bij het mbo. Naar verhouding verlaten vooral de deelnemers op niveau 1 en 2, voortijdig de opleiding. Het percentage deelnemers dat uitvalt bij niveau 1 is in onze regio structureel hoger dan landelijk (ca 33% ten opzichte van het landelijke percentage 23) De afgelopen vier jaar is het aandeel vsv voor Zevenaarse deelnemers in het vo en mbo opgelopen van 1,5% naar 1,86%. In tegenstelling tot de RMC-regio stijgt het Zevenaarse aantal vsv’ers ook in het voortgezet onderwijs licht met 0,10%.

Schooljaren                            %16-17     %17-18     %18-19
Landelijk gemiddelde totaal       1,80           1,90            2,01
Zevenaar                                        1,55            1,64            1,86
RMC                                                 1,81            2,17            2,01                         
Landelijk gemiddelde VO            0,46            0,50            0,49
Zevenaar VO                                 0,34(=8)     0,43(=10)    0,53(=12)
RMC VO                                          0,40            0,53            0,49
Landelijk gemiddelde MBO        4,71            5,04            5,35
Zevenaar MBO                             4,31(=45)   4,27(=45)    4,64(=50)
RMC MBO                                      5,62             6,58            5,99
Aantal VSV-ers                            53                55               62

Programma 5. Sport, cultuur en recreatie

Niet sporters (%)

2016

46,80

50,40

50,40

48,50

Deze beleidsindicator geeft het percentage niet-wekelijkse sporters ten opzichte van de bevolking van 19 jaar en ouder aan. Het gaat hierbij om inwoners van 19 jaar en ouder die niet minstens één keer per week aan sport doen. Wij scoren op deze indicator iets slechter dan de provinciale score.  

Programma 6. Sociaal domein

Achterstand onder jeugd - Kinderen in uitkeringsgezin

2018

5,00

5,00

5,00

Op basis van het beleidsplan vergelijken we dit kengetal niet met Gelderland, maar met Nederland. Vergeleken met dit landelijk gemiddelde (van 7%) ligt gemeente Zevenaar hier onder. Echter, ons beleid is en blijft scherp gericht op het voorkomen van achterstanden bij kinderen.

Achterstand onder jeugd - Werkloze jongeren

2018

2,00

3,00

1,00

1,00

Het percentage werkloze jongeren ligt in gemeente Zevenaar boven het Gelders gemiddelde (2%) en het landelijk gemiddelde (2%). De verschillen zijn klein, een beleidsmatige verklaring voor deze (kleine) verschillen hebben we niet.

Banen (aantal per 1.000 inwoners 15 t/m 64 jaar)

2019

786,50

671,40

661,00

691,00

Het aantal beschikbare banen per 1000 inwoners verschilt, in vergelijking met onze gemeente ligt het Gelders percentage hoger. Ook het landelijk percentage (792,1) ligt hoger. Dit zijn de meest recente beschikbare gegevens uit de database waarstaatjegemeente.nl ten tijde van aanlevering. Gemeten in 2019, dus voor de uitbraak van Corona. De arbeidsmarkt kan per regio in Nederland sterk verschillen: zowel in kwalitatief als in kwantitatief opzicht. Deze regionale verschillen, verklaren ook het verschil in deze cijfers.

Cliënten met een maatwerkarrangement Wmo (aantal per 1.000 inwoners)

2019

61,00

82,00

De cijfers van deze indicator zijn ten opzichte van de jaarrekening 2019 nog niet geactualiseerd op waarstaatjegemeente.nl. Daarom ziet u dezelfde getallen en leest u grotendeels dezelfde toelichting op deze getallen als in de jaarrekening 2019.

Zevenaar heeft in vergelijking met Gelderland meer inwoners met maatwerkarrangementen vanuit de Wmo. Dit heeft verschillende oorzaken:

1. Zevenaar kent ten opzichte van Gelderland een meer vergrijsde populatie. Vergrijzing blijkt een voorspeller voor Wmo gebruik. Het aantal mensen in Zevenaar dat hulp vanuit de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo) nodig heeft, is daardoor hoger.

2. In de gemeente Zevenaar zijn veel soorten van zorg en ondersteuning vanuit de Wmo als maatwerk georganiseerd. Er zijn (grote) gemeenten in Gelderland die vormen van zorg en ondersteuning als algemene voorziening hebben georganiseerd die in Zevenaar als maatwerk worden ingezet. Hulp bij het Huishouden is hier een voorbeeld van. Diverse (grote) gemeenten hebben dit als algemene voorziening georganiseerd. Aangezien er binnen de Wmo veel gebruik wordt gemaakt van Hulp bij het Huishouden heeft dit een verlagend effect op het Gelders gemiddelde. In Zevenaar hebben we Hulp bij het Huishouden georganiseerd als maatwerkvoorziening. Deze keuze verklaart voor een deel dat Zevenaar meer cliënten met een maatwerkarrangement Wmo kent.

De hoogte van het aantal maatwerkarrangementen per 1000 inwoners bepaalt niet alleen de kosten die gemaakt worden voor de Wmo. Tijdens de presentatie op 11 december 2019 lieten wij u zien dat de gemiddelde kosten Wmo per inwoner in Zevenaar op €219 liggen. Daarmee lagen de kosten in 2018 in lijn met het Gelders gemiddelde (€217). Wij willen de kosten voor de Wmo op het Gelders gemiddelde houden. Daarom hebben we in het beleidsplan Jeugdwet, Wet Maatschappelijke Ondersteuning en Participatiewet 2020-2023 de volgende doelstelling opgenomen: “Vanaf 2020 geven we voor de Wmo (op de taakvelden 6.6 en 6.71) per inwoner jaarlijks niet meer uit dan gemiddeld in Gelderland”.

Daarnaast zien we dat het aantal cliënten met een maatwerkarrangement Wmo ten opzichte van 2018 is gestegen. Naast de vergrijzing in Zevenaar is de invoering van het abonnementstarief en de daaruit voortvloeiende aanzuigende werking een belangrijke verklaring.

Jongeren met een delict voor de rechter (% 12 t/m 21 jarigen)

2018

1,00

0,00

0,80

In 2018 zijn er 20 jongeren voor de rechter verschenen (in procenten was dit zo laag, dat er naar 0 is afgerond). Een jongere kan dan jeugdreclassering opgelegd krijgen. Hierbij zien we een verband met de 15 trajecten die in de eerste helft van 2019 zijn gestart. Zie de vorige indicator die gaat over jeugdreclassering. Ons beleid richt zich zoals al benoemd op het inzetten van jeugdhulp en een regionale en lokale aanpak Samen Veilig. Maar ook organiseert de gemeente preventievere activiteiten. Enkele voorbeelden zijn: inzet van HALT voorlichtingslessen op de scholen, de aanpak voortijdig schoolverlaten, de aanpak op aansluiting onderwijs en de arbeidsmarkt.
Er is data beschikbaar over deze indicator, maar de bron van de informatie is niet de gemeente zelf. Dat is wel zo bij de andere indicatoren. Ook hier is geen specifieke analyse uitgevoerd om het verschil ten opzichte van Gelderland te kunnen duiden.

Jongeren met jeugdbescherming (% van alle jongeren tot 18 jaar)

2019

1,10

1,20

1,00

1,00

1,00

Het gemeentelijk beleid richt zich op het voorkomen van jeugdbeschermingsmaatregelen, maar ziet er ook op toe, dat als deze maatregel wel wordt opgelegd door de rechter, dat deze kwalitatief goed wordt uitgevoerd.
Door de preventieve inzet van de projecten Voorzorg en Stevig Ouderschap vanuit de jeugdgezondheidszorg, maar ook door de inzet van opvoedondersteuning vanuit de regionale inkoop worden ouders daar waar nodig ontlast en ondersteund.
De gemeente probeert de inzet van de maatregel zoveel mogelijk te voorkomen door samen te werken binnen de regionale Beschermingstafel.
Wanneer er toch een maatregel nodig is, is er jeugdbescherming beschikbaar. Dit kopen we in via de regionale inkoop. De samenwerking tussen de Gecertificeerde Instellingen (uitvoerder van de maatregelen), de gemeente en de andere veiligheidspartners wordt geïntensiveerd. Hiermee krijgen we meer zicht en vat op de inzet van jeugdbescherming.
Er is data beschikbaar over de inzet van jeugdbescherming, maar er is geen specifieke analyse voor de jeugdbescherming uitgevoerd om het verschil ten opzichte van Gelderland te kunnen duiden. Wel zijn er een aantal algemene variabelen te noemen die verklaren waarom Zevenaar hoger scoort op gebruik van jeugdhulp ten opzichte van Gelderland. Deze staan beschreven onder de indicator jeugdhulp algemeen.

Jongeren met jeugdhulp (% van alle jongeren tot 18 jaar)

2019

10,60

13,10

10,10

12,80

12,40

Zowel de stijging in volume als de toename van complexiteit per casus is een landelijke trend. Hiervoor gaven wij u al eerder de volgende oorzaken aan:

•   Afnemende tolerantie voor afwijkend gedrag of ontwikkeling.
•   In combinatie met ‘verbeterde’ diagnostiek leidt dat dikwijls tot eerdere diagnoses waarmee vervolgens een beroep wordt gedaan op de jeugdhulp;
•   Prestatiemaatschappij
•   Ouders worden steeds mondiger en nemen in combinatie met de hierboven beschreven punten minder snel genoegen met een advies om geen hulp in te zetten of minder hulp dan gevraagd/verwacht. Daarbij weten ouders steeds beter hun weg naar de jeugdhulp te vinden: via de lokale (wijk)teams, maar als dat niet tot het door de ouders gewenste advies leidt, weten zij ook de weg naar de huisarts als toegangspoort tot jeugdhulp.

Er zijn een aantal variabelen (wetenschappelijk aangetoond dat deze bijdragen aan instroom jeugdhulp) te noemen waardoor Zevenaar hoger scoort op gebruik jeugdhulp dan het Gelders gemiddelde:
-   Zevenaar heeft meer kinderen met een handicap
-   Zevenaar heeft meer kinderen met een lager opleidingsniveau
-   Zevenaar heeft meer kinderen met een laag geboorte gewicht
-   Zevenaar heeft meer volwassenen die gebruik maken van basis GGZ en/ of POH GGZ.
-   Zevenaar heeft meer één-ouder- gezinnen.

Ook hier richt het gevoerde beleid zich op het voorkomen van de inzet van jeugdhulp en een zo kort en licht als mogelijke inzet ervan.
Door het bevorderen van samenwerking tussen de voorliggende voorzieningen zoals scholen, kinderdagverblijven en jeugdgezondheidszorg en gezamenlijk in te zetten op preventie en het bieden van passende hulp aan kinderen en hun gezinnen. Ook wordt de relatie met de huisartsen, als wettelijk verwijzer van jeugdhulp, steeds beter. Door de inzet van de POH bij huisartsen is instroom in jeugdhulp deels voorkomen. Door de regionale contractering van jeugdhulp wordt er gestuurd op kwalitatief goede inzet van jeugdhulp. We stuurden middels trimestergesprekken op de inzet van zorg bij de aanbieders. De komende jaren zullen de resultaten zichtbaar worden van de acties uit de Implementatieagenda Sociaal Domein.

Jongeren met jeugdreclassering (% kinderen 12 tot 23 jaar)

2019

0,30

0,40

0,00

0,30

0,30

Wanneer jongeren voor de rechter moeten verschijnen, kunnen ze jeugdreclassering opgelegd krijgen. Het doel van jeugdreclassering is om in samenwerking met ouder(s) of netwerk, het gedrag van de jongere te veranderen en recidive te voorkomen. In de eerste helft van 2019 waren er dat voor Zevenaar 15.
Het beleid richt zich op voorkomen van de inzet van een jeugdreclasseringsmaatregel, door ouders en jongeren daar waar nodig te ondersteunen en te ontlasten. Er wordt opvoedingsondersteuning ingekocht voor de ouders/ en verzorgers, maar ook ondersteuning voor de jongeren zelf. Daarnaast is de regioaanpak Samen Veilig 2019- 2022 opgesteld en is in 2020 de lokale aanpak hiervan gereed. Hierin is de aanpak van huiselijk geweld en kindermishandeling beschreven.
Het beleid richt zich ook op het zo goed mogelijk ondersteunen van de jongere en zijn netwerk tijdens de jeugdreclasseringsmaatregel. Door kwalitatieve goede inkoop van jeugdreclassering (onderdeel van de regionaal ingekochte jeugdhulp) en door het ondersteunen via jeugdhulp wanneer nodig. Er is daarnaast een nauwe samenwerking met de veiligheidspartners in het lokale veiligheidsoverleg.
Er is data beschikbaar over de inzet van jeugdreclassering, maar er is geen specifieke analyse voor de jeugdreclassering uitgevoerd om het verschil ten opzichte van Gelderland te kunnen duiden. Wel zijn er een aantal algemene variabelen te noemen die verklaren waarom Zevenaar hoger scoort op gebruik van jeugdhulp ten opzichte van Gelderland. Deze staan beschreven onder de indicator jeugdhulp algemeen.

Lopende re-integratievoorzieningen (aantal per 10.000 inwoners van 15 t/m 64 jaar)

2018

223,60

202,00

204,20

Het aantal lopende re-integratievoorzieningen verschilt in enige mate met provincie Gelderland. En in duidelijke mate vergeleken met Nederland (305,2 in 2018). Het verschil zou verklaard kunnen worden door beleidsverschillen: wij werken veel met loonkostensubsidies. Dat kan gevolgen hebben voor de telling lopende re-integratievoorzieningen en dit zou het verschil kunnen verklaren.

Netto arbeidsparticipatie (% werkzame beroepsbevolking t.o.v. beroepsbevolking)

2019

68,70

65,50

65,70

65,20

63,30

Het cijfer netto arbeidsparticipatie geeft aan hoeveel procent van de beroepsgeschikte bevolking ook daadwerkelijk een betaalde baan heeft. Werklozen worden hierin dus niet meegeteld. Het cijfer van de gemeente Zevenaar ligt in de buurt van de provincie Gelderland, de verschillen zijn klein. Vergeleken met landelijk (2019: 68,8%) zijn eveneens de verschillen klein. Derhalve is een passende beleidsmatige verklaring van de (kleine) verschillen lastig te geven.

Personen met een bijstandsuitkering van 18 jaar en ouder (aantal per 10.000 inwoners)

2019

319,50

292,00

334,60

Het aantal personen met een bijstandsuitkering per 1000 inwoners ligt lager in gemeente Zevenaar in vergelijk met het Gelders aantal. Vergeleken met Nederland (373,9) is het vergelijk met Zevenaar (nog) gunstiger. Ons beleid is er op gericht om -als het even kan , te voorkomen dat mensen een beroep moeten doen op bijstand.

Programma 7. Volksgezondheid en milieu

Hernieuwbare elektriciteit (%)

2018

9,50

3,80

0,10

1,60

Omvang huishoudelijke restafval (kg/inwoner)

2018

123,00

136,00

148,00

135,00

95,00

86,00

Begin 2019 is het inzamelsysteem voor restafval en Groente-, Fruit- en Tuinafval (GFT) gewijzigd. Dit heeft geleid tot veel minder restafval per inwoner. Een daling van 136 kg naar 101 kg.
Begin 2020 heeft er weer een wijziging plaatsgevonden. De effecten hiervan zijn door de Coronacrisis moeilijk te meten. Zoals in het hele land is ook in Zevenaar in de eerste helft van 2020
door de Coronacrisis de hoeveelheid afval fors gestegen. Van de vijf grootste stromen huishoudelijk afval (rest, GFT, papier, PMD en glas) met 10% ten opzichte van 2019.
De hoeveelheid restafval is echter met minder dan 1% gestegen, waardoor dit nu 101,5 kg per inwoner is. Het scheidingspercentage van deze vijf stromen is gegroeid van 66% naar 70%.
De beleidsindicator kan daarom in positieve richting worden bijgesteld.  

Programma 8. Volkshuisvesting, ruimtelijke ordening en stedelijke vernieuwing

Demografische druk (%)

2020

73,60

79,90

68,70

75,90

79,40

Gemeentelijke woonlasten eenpersoonshuishouden (€)

2020

712,00

693,00

716,00

716,00

Deze beleidsindicator is een zo goed mogelijke inschatting op een bepaald moment. De waarde kan daardoor licht afwijken van andere publicaties.

Gemeentelijke woonlasten meerpersoonshuishouden (€)

2020

779,00

802,00

825,00

825,00

Deze beleidsindicator is een zo goed mogelijke inschatting op een bepaald moment. De waarde kan daardoor licht afwijken van andere publicaties.

Gemiddelde WOZ-waarde (per € 1.000)

2019

243,00

197,00

223,00

223,00

Deze beleidsindicator is een zo goed mogelijke inschatting op een bepaald moment. De waarde kan daardoor licht afwijken van andere publicaties.

Nieuw gebouwde woningen (aantal per 1.000 woningen)

2019

9,80

8,70

4,30

6,00

10,00

De woningmarkt is aangetrokken. De regio heeft te maken met een autonome groeiopgave, een bestaand woningtekort en kent hoge binnenkomende migratie vanuit binnen- en buitenland door haar positie als aantrekkelijke regio met hoogwaardige kennisinstellingen. De groeivraag blijft (ook) hoog in Zevenaar, de prognose uit 2019 laat tenminste tot 2040 een huishoudens groei zien. De productie neemt toe in Zevenaar. In 2018 zijn 112 nieuwbouwwoningen opgeleverd en 2019 zijn er 195 nieuwbouwwoningen opgeleverd.
Om te kunnen voldoen aan de vraag is een verdere groei in woningbouw productie wenselijk dan wel noodzakelijk. Wij zien ruimte voor de toevoeging van 150 tot 200 woningen per jaar de komende jaren (in ieder geval tot 2030). Wij zetten daarom in op realisatie en versnelling van de opgave de komende jaren en bieden daarbij ruimte voor een jaarlijkse toevoeging van 150 tot 200 woningen.

Deze pagina is gebouwd op 11/12/2020 10:23:42 met de export van 11/12/2020 10:05:37